Een beestje uit India
Op 22 februari begon mijn avontuur naar India, een reisbestemming die maar weinig mensen om me heen begrepen. Nu het was niet zozeer een keuze, het was gewoon een kans om een keer buiten Europa te gaan, dat op mijn pad kwam.
Het was een schitterende reis en wat ik op dat moment zeker wist was dat ik in dit land nog wel andere plekken wilde ontdekken. Mijn volgende keer zou ik samen met Luc naar Rishikesh gaan. In onze studententijd luisterden we graag naar die krakende elpees van The Beatles. Met Luc naar Rishikesh gaan, een plek waar het schitterende witte album van The Beatles werd geschreven, dicht bij de Himalaya… dit leek een topidee. Af en toe beetje nostalgie moet kunnen.
Het was een mooie reis door een klein deel van India. We bezochten plekjes waar de locals kwamen, genoten van hun heerlijke thees en durfden het na enkele dagen aan om streetfood te eten. De reis was een echte cultuurshock, maar de grootste shock voor mij was mijn thuiskomst. Zondagavond op 9 maart maakte ik met Luc naar goede gewoonte een avondwandeling. Ik vertelde hem dat ik het zo mooi vond hoe deze mensen samenleefden. In hun huizen, soms zoveel kleiner dan onze huizen, dat iedereen welkom is en hoe alles er wordt gedeeld. Ze leven samen met hun ouders, broers en zussen onder één dak. Het leek mij een geweldig idee! Ik kon alleen nog maar over India, met veel liefde voor het land, vertellen. Dit land heeft mijn hart veroverd.
Maar, twee dagen na mijn thuiskomst kreeg ik buikpijn. Ik had blijkbaar een-niet-gewild-souveniertje meegebracht. De buikpijn werd heftiger en ik kwam vrijdagavond terecht op spoed. Ik zou een probleem hebben met mijn gal. Maar op de echo was geen ontsteking te zien en mijn bloedwaarden waren in orde. We werden terug naar huis gestuurd en kregen het advies om viermaal per dag een Daffalgan te nemen.
Wat een mens soms nodig heeft, geen idee! Op zaterdag ging ik bezoek krijgen van mijn dochters en mijn kleindochter Sem. Er stroomde terug energie door mijn lichaam en ik voelde me een weekend in topconditie.
Op zondagavond waren we uit eten geweest. Had ik iets mis gegeten of gedronken? Geen idee, maar ik moest die nacht wel tien keer overgeven. Die maandag voelde ik me ziek en kon ik alleen maar liggen en hangen. Als ik op mijn benen stond deed mijn buik pijn en rond mijn navel voelde voor mezelf mijn buik heel gespannen aan.
Maandagnacht herhaalde dit verhaal zich. Ik probeerde om in de groepspraktijk mijn eigen dokter te mogen zien. Het geluk was even aan mijn zijde. Mijn dokter weet dat ik een hoge pijngrens heb en stilzitten niet mijn sterkste kant is. Zij begreep dat er iets aan de hand moest zijn. Uit de onderzoeken op spoed zag ze dat er in mijn urine streptokokken aanwezig waren. Ze besliste om antibiotica op te starten en opnieuw bloed te nemen.
Die nacht was hetzelfde verhaal. Mijn lichaam wrong me werkelijk uit als een spons en naast de pijn kwam er ook een enorme misselijkheid bij. ‘s Nachts hing ik boven het toilet en overdag op de zetel. De woensdagnacht was de ergste. Geen idee waar al dat vocht vandaan kwam. Eten en drinken ging moeizaam, maar overgeven kon ik als de beste!
Donderdagmorgen probeerde ik opnieuw mijn dokter te zien, maar zij werkte die dag niet. Ik ging akkoord voor een consultatie bij een collega-arts. Ik moest nog wel een paar uurtjes wachten. Tijdens dit wachten kwam er een extra kwaaltje bij: diarree. Als ik naar het toilet ging hoorde je het geluid van iemand die aan het plassen was, terwijl ik eigenlijk stoelgang maakte. Die dokter, die ik in de eerste week ook al had ontmoet, duwde opnieuw wat op mijn buik en zei droog: ‘je bent in India geweest’.
Ik ging naar huis met een schuldgevoel… maar ik werd in de loop van die dag wat beter. Eindelijk kon ik de mensen die op de hoogte waren van mijn ziek zijn wat goed nieuws brengen. We probeerden weer even te genieten. Mirthe en Noah kwamen een weekendje bij ons logeren en ik mocht weer genieten van mijn lieve kleindochter.
Tijdens onze wandeling die zaterdagavond voelde ik plots weer die vreemde pijn. Ik vergeleek hem met een wee. In een golfbeweging voel ik mijn buik opspannen tot op een bepaald pijnpunt en dan ebt dit rustig weg. Luc en ik, geen van ons beiden kon geloven dat dit echt gebeurde.
Op zondagmorgen wou ik eigenlijk maar één ding… ik wou graag alleen zijn met Luc. Toch durfde ik aan Mirthe niet te vragen of ze vroeger wilden vertrekken. Ik hield me dus nog even sterk en probeerde nog wat van Sem te genieten.
Nadat ze vetrokken waren ging ik wat slapen en probeerde ik een afspraak te maken bij het tropisch instituut (ITG). Het was niet eenvoudig om dit praktisch te regelen omdat Luc vanaf dinsdag drie dagen in Nederland zou werken terwijl ik hem nodig had als chauffeur. We vonden uiteindelijk samen een oplossing.
Die zondagnamiddag nam ik opnieuw een Daffalgan en probeerden we nog wat te genieten van de dag. Dat laatste is nog een beetje gelukt, maar in de avond namen de klachten toe. Ik sliep die nacht op de zetel en bleef maar overgeven. Eten lukte op maandag niet meer, maar ik wist dat het antwoord nu wel snel zou volgen.
Dinsdagmorgen na dertig uur overgeven, reed ik met mijn zoon naar ITG. De dokter hier luisterde echt naar me, startte onderzoeken en liet me weten dat hij me in de loop van woensdag zou opbellen als er iets in de stalen werd gevonden.
Toen ik terug thuis was voelde ik me zwak. Ik wilde alleen nog maar slapen. Met kleine slokjes ORS probeerde ik wat op krachten te blijven. Het alleen zijn was wel niet zo gemakkelijk.
Woensdagmorgen werd ik rond 5u30 wakker van de pijn. Ik had nood aan een Daffalgan, maar ik kon niet meer op mijn benen staan. Ik was zo blij dat Luc een uurtje later beneden kwam. Hij wist het ook niet meer. De tweestrijd die hij voerde was niet eenvoudig: naar de beurs in Nederland of mij opnieuw naar spoed brengen. Ik zocht hulp bij Lieve en Maggie. Zij waren op de hoogte van mijn ziek zijn. Plots ging alles in een stroomversnelling. Er werd een koffer ingepakt en Lieve zou mij naar het UZA brengen. Deze dag was een dag waarop ons geduld maximaal werd getest. Uiteindelijk besliste de dokter van de afdeling infectie om me op te nemen op haar afdeling. Ik zou enkele dagen in observatie blijven en ze zouden me terug wat proberen aan te sterken.
Na een dag voelde ik me al terug beter. Ik kreeg via een infuus de nodige medicatie tegen misselijkheid en pijn. Mijn eetlust kwam stilaan terug en ik was klaar om het weekend naar huis te gaan. We namen thuis verder voldoende rust en probeerden toch wat leuke dingen te doen. Wat me opviel was dat ik toch al terug iets langer op mijn benen kon staan. We zorgden voor voldoende afwisseling tussen bewegen en rusten, maar echt beterschap kwam er niet. Er was nog één onderzoek bij ITG lopende en daarvan zou ik dinsdagmiddag de uitslag krijgen. We moesten dus gewoon nog een beetje geduld hebben.
Opnieuw werd er geen beestje gevonden. Maar ik voelde me ook nog niet beter. Ik gaf wel niet meer over, maar was nog altijd misselijk, had nog altijd buikpijn en heel weinig eetlust. Ik belde voor hulp naar ITG. Er werd een afspraak gemaakt bij een dokter van wacht op donderdag om 14u.
Luc zou deze keer met me rijden. Hij wilde ook een koffertje meenemen voor als we terug zouden moeten worden opgenomen.
De dokter op ITG nam echt tijd voor me en wilde dat ik een CT-scan liet maken van mijn buik. Hij regelde zelf alles voor me bij het UZA.
Via spoed gingen we het UZA binnen. Ik moest een urinestaal afleveren, er werd bloed afgenomen en ik ging onder de scan.
Na een uurtje wachten zagen we een eerste dokter. Zij vertelde ons dat ik een darmobstructie had. Ik was blij dat mijn vermoeden uiteindelijk werd bevestigd. Een halfuurtje later komt er opnieuw een dokter wat op mijn buik duwen en duwt dan met één vinger boven mijn navel (mijn navelbreuk die ik dacht te hebben). Deze kleine aanraking deed zeer veel pijn. Zonder iets te zeggen ging hij weg. Ik was zo blij dat er eindelijk een verklaring was voor die pijn en misselijkheid.