Mijn eerste nood
Tijdens het gesprek in de ochtend met de dokter had ik gevraagd of ik één nacht naar huis zou mogen gaan slapen. In het weekend worden er geen onderzoeken of ingrepen gedaan. Ik beloofde dat ik mijn best zou doen om voldoende water te drinken. Aangezien ik enkel op dat moment nog maar vocht toegediend kreeg met een middel in tegen de misselijkheid. Ik zou in het ziekenhuis nog eten en terugkomen wanneer zij wilden. De supervisor gaf toestemming en de afspraak was om zondag ten laatste om 11u30 terug te zijn zodat ze me zeker nog even kon onderzoeken.
Ik kreeg voor ik vertrok mijn eerste pijnpleister opgeplakt, de instructies voor medicijnen en we spraken ook af in welke situatie ik onmiddellijk terug naar het ziekenhuis zou komen.
Dit avondje heeft Luc en mij zeer veel deugd gedaan. Waar we in ons oude leven op zo een mooie voorjaarsavond zouden gaan wandelen en een terrasje doen, kropen we nu om 20u30 in ons bedje. Gewoon dicht bij elkaar liggen, wat praten en een traantje laten rollen… en me even echt laten troosten. Hier had ik zoveel nood aan. De pijn maakte dat niet elke houding voor me comfortabel lag of dat ik voelde hoe voorzichtig Luc me vastpakte… maar dit was wat ik even nodig had. Ik die altijd dacht dat als ik ooit zo ziek zou worden dat ik niet meer kan doen wat ik wil, ze mij snel een spuitje zouden mogen geven.
Nu dit mijn nieuwe leven is, kan ik alleen maar zeggen dat ik wil vechten voor elke dag, elk uur, zelfs elke minuut.
Reacties
Een reactie posten